De bewoners van de Eegelshoeve trots op hun eigen binnentuin

Marian Gielen

“Hoor je de specht?” vraagt Harrie van Stipdonk. “Die heeft een nest in die holle boom daar”, wijst hij. Uit een gat in een knotwilg steekt inderdaad een eigenwijze snavel. Harrie kijkt rond in de binnentuin van woongebouw de Eegelshoeve in Someren. Samen met een groepje andere bewoners maakte hij er een prachtig stukje groen van.

Zelf kweken en stekken
Het begon allemaal een paar jaar geleden. Tuinmannen kwamen een paar keer per jaar de boel snoeien in de binnentuin. Verder gebeurde er weinig. De bewoners vonden dat er meer van te maken viel. In overleg met Wonen Limburg gingen ze daarom zelf aan de slag. Ze kweekten en stekten zelf bloemen en planten. En ze legden prachtige bloemperken aan.

Ieder draagt een steentje bij
“Wonen Limburg zorgt voor het grove werk”, vertelt Harrie. “Zoals snoeien en de heg knippen. De rest doen we allemaal zelf. We hebben de taken niet verdeeld. Iedereen doet wat er nodig is. Wanneer het hem of haar uitkomt. Dat werkt prima. Ik heb bijvoorbeeld een groot insectenhotel gemaakt. En ik maak regelmatig een rondje door de tuin om onkruid weg te halen. Andere bewoners zorgen voor de planten in de kweektuin. Zo draagt iedereen een steentje bij.”

Jeu de boules
De tuin is niet alleen maar mooi om naar te kijken. Zo is er ook een jeu-de-boulesbaan. Twee keer in de week gooit een groep bewoners hier een balletje. “Met na afloop een borreltje”, lacht een van de deelnemers. Regelmatig drinken bewoners gezamenlijk koffie op het terras. Die groep is inmiddels zo groot geworden, dat er te weinig zitplek was voor iedereen. Onlangs breidden twee bewoners daarom het terras uit. Ook helemaal zelf gedaan.


Trots op het geheel
De groep vindt het moeilijk om één ding te noemen waar ze trots op zijn. “We zijn vooral trots op het geheel”, zeggen ze. “Dat we er samen zoiets moois van hebben gemaakt. Het is leuk om te zien hoe iedereen van de tuin geniet. Er wonen hier ook mensen van zorggroep Land van Horne. Die vinden het fijn om door de tuin te wandelen. En mensen die op bezoek komen, zeggen ook altijd hoe mooi het hier is. Dat is eigenlijk het grootste compliment.”